Buitengerechtelijke ontbinding arbeidsovereenkomst hield geen stand

Buitengerechtelijke ontbinding arbeidsovereenkomst hield geen stand

Een rechtshandeling kan worden vernietigd als deze onder invloed van een wilsgebrek tot stand is gekomen. Dat kan zijn wegens bedrog of op grond van dwaling. Er is sprake van bedrog wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling aanzet door opzettelijk een onjuiste mededeling te doen of een feit te verzwijgen. Er is sprake van dwaling als is uitgegaan van een onjuiste voorstelling van zaken, die te wijten is aan een inlichting van de wederpartij of als beide partijen van dezelfde onjuiste veronderstelling zijn uitgegaan. De bewijslast ligt bij degene die zich op het wilsgebrek beroept.

De wilsgebrekenregeling kan ook toegepast worden in het arbeidsrecht. Daarbij dient rekening te worden gehouden met het bijzondere karakter van de arbeidsovereenkomst. Dat houdt in dat een beroep op een wilsgebrek niet mag leiden tot strijd met het systeem of de strekking van het ontslagrecht. Aan een beroep op vernietiging van een arbeidsovereenkomst wegens bedrog of dwaling worden dezelfde eisen gesteld als aan een om diezelfde reden gegeven ontslag op staande voet.

Een school ontbond de arbeidsovereenkomst met een docent buitengerechtelijk. Volgens de school heeft de docent tijdens de sollicitatieprocedure opzettelijk verzwegen dat hij onderwerp zou zijn van een tv-uitzending van Undercover in Nederland. De kantonrechter was van oordeel dat de buitengerechtelijke ontbinding geen stand hield. Van bedrog of dwaling was geen sprake.

De school heeft, voor het geval de kantonrechter zou oordelen dat de arbeidsovereenkomst nog bestond, een verzoek tot ontbinding daarvan gedaan. Dat verzoek was gedaan op feiten en omstandigheden waardoor van de school niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De kantonrechter merkt op dat kerncompetenties van het leraarschap integriteit, betrouwbaarheid en geloofwaardigheid zijn. Daarnaast heeft een docent een voorbeeldfunctie. Van een school kan niet worden verlangd dat zij een docent te werk stelt als de vrees bestaat dat door diens aanwezigheid het vertrouwen van ouders en leerlingen in de school wordt aangetast.

Vanwege het in de uitzending geschetste beeld van de docent kan naar het oordeel van de kantonrechter van de school niet worden verlangd dat zij de arbeidsovereenkomst met de docent laat voortduren. Herplaatsing van de docent binnen een redelijke termijn ligt volgens de kantonrechter niet in de rede.

De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 april 2023. Dat is de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd, verminderd met de duur van de procedure.

Bron:Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLINLRBNHO2023733, 10137689 AO VERZ 22-112 | 05-02-2023